Sociale platforms gaan de strijd aan tegen nepnieuws

Grote sociale platforms als Google, Facebook en Twitter zijn niet voldoende open geweest over de maatregelen die zij nemen tegen het verspreiden van nepnieuws. Dit zegt de Europese Commissie in een verklaring. In deze verklaring worden Google, Facebook en Twitter opgeroepen om meer details te geven over hun maatregelen tegen nepnieuws en desinformatie.

Facebook is niet duidelijk geweest over het aantal nepaccounts dat is verwijderd op grond van ‘kwaadaardige activiteiten die specifiek zijn gericht tegen de Europese Unie’. Er is te weinig duidelijkheid over de omgang met verkiezingsadvertenties, zegt de Europese Commissie. Ook Twitter en Google hebben niet genoeg details gegeven over hun omgang met en maatregelen tegen nepnieuws.

Veel nepaccounts verwijderd

Eerder dit jaar werd bekend gemaakt dat Facebook en Twitter honderden nepaccounts hebben verwijderd. Alle verwijderde accounts verspreidden bewust onjuiste informatie. The Washington Post meldt dat Twitter vooral accounts heeft verwijderd die vermoedelijk zijn verbonden aan Rusland, Iran en Venezuela. In november werden er 418 Russische accounts verwijderd van Twitter.

Facebook verwijderde 783 nepaccounts. Deze accounts hadden te maken met campagnes uit Iran. De Facebook-accounts begonnen zich ook te richten op andere landen, waaronder Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten.

Vrijwillige gedragscode

Facebook, Twitter en Google tekenden vorig jaar een vrijwillige gedragscode waarin werd beloofd dat ze meer openheid zouden geven over waar de informatie op hun sites vandaan wordt gehaald en wie het geld vangt. Ook werd er gezegd dat nepaccounts sneller zouden worden verwijderd en dat ze transparant zouden zijn rondom politieke advertenties.

De Europese Commissie wil dat de code serieuzer wordt genomen en hoopt dat er rondom de campagnes voor de Europese Verkiezingen in mei geen nepnieuws wordt verspreid. De EU maakt zich momenteel zorgen voor de verkiezingen voor het Europese Parlement. Deze verkiezingen zouden, net zoals de Amerikaanse verkiezingen en het Brexit-referendum, slachtoffer kunnen worden van nepnieuws. De Europese Commissie hoopt dat de verkiezingen eerlijk en betrouwbaar zullen verlopen en roept de bedrijven op om meer actie te ondernemen.

Vooral Facebook heeft te weinig informatie geboden over hun inspanningen tegen nepnieuws rondom verkiezingen. Brussel wil een verplichte code invoeren als de vrijwillige code onvoldoende effect blijkt te hebben.

Factcheckers

Facebook heeft in acht van de 28 EU-lidstaten factcheckers aangesteld. Factcheckers controleren de feiten uit kranten en tijdschriften op waarheid. Factcheckers zijn juist tijdens de verkiezingstijd belangrijk.

Facebook, Twitter en Google worden aangemoedigd om de inkomsten van sites die bewust nepnieuws verspreiden te blokkeren. Ook moeten nepaccounts harder worden aangepakt. Aan de andere kant moeten betrouwbare nieuwssites juist belangrijker worden en politieke advertenties moeten transparanter worden.

Google deed het iets beter dan Facebook. Google maakt nu een melding van controle bij het plaatsen van advertenties. Ook heeft Google een nieuw beleid rondom verkiezingsadvertenties. Facebook zelf zegt te hebben geleerd van zijn fouten en wil naar eigen zeggen ‘een nieuwe fase van hervorming, verantwoordelijkheid en verandering’ ingaan.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.