Tamara zoekt elke maand een uitdaging op. Deze maand gaat ze het gesprek aan met vreemden.
Ik probeer mezelf rustig te houden. “Goed moment om je uitdaging te vervullen meis.” Ik kijk om me heen of ik aan iemand kan vragen in welke trein ik in vredesnaam zit. Rechts van mij zit een jongen van begin 20, maar net als ik mijn mond open wil trekken, pakt hij zijn telefoon en begint met iemand te praten aan de andere kant van de lijn.
Ik ben een introvert. Die ongemakkelijke persoon in de groep die er alleen maar bij staat en niets zegt. Mijn SLB-er gaf me dan ook als uitdaging om eens met willekeurige onbekende mensen een praatje aan te knopen. Heel lang heb ik niets gedaan met dit advies, ik vond het belachelijk. Ik? Met random mensen praten? Dacht het niet. Maar vandaag trok ik de stoute schoenen aan.
Als ik aankom op station Amersfoort zie ik dat alle borden buiten werking zijn, net terwijl ik vandaag niet naar Ede maar naar Utrecht moet! Goed voorbereid als ik ben, weet ik dat mijn trein vertrekt vanaf spoor 6. Hoe ingewikkeld kan het zijn? Nou hoe ingewikkeld blijkt als ik in de trein zit en die veel te vroeg vertrekt, oftewel: verkeerde trein…
Ik probeer mezelf rustig te houden. “Goed moment om je uitdaging te vervullen meis.” Ik kijk om me heen of ik aan iemand kan vragen in welke trein ik in vredesnaam zit. Rechts van mij zit een jongen van begin 20, maar net als ik mijn mond open wil trekken, pakt hij zijn telefoon en begint met iemand te praten aan de andere kant van de lijn. Ik zie mezelf een beetje teleurgesteld terug in mijn stoel zakken, en terwijl de jongen naast mij gesprekken voert over de prachtige wedstrijd tussen Ajax en Juventus pak ik zelf dan maar mijn telefoon. Wonder boven wonder rijdt deze trein ook richting Utrecht (een oude sprinter weliswaar, maar wie ben ik om te klagen?).
“Ik schuif het maar af op de zenuwen”
Redelijk vlekkeloos kom ik aan bij het CBR in Utrecht, ja je leest het goed. Ik ben er voor mijn autotheorie, en terwijl ik plaatsneem in de wachtruimte en zenuwachtig wacht tot mijn nummer op het scherm verschijnt, kijk ik naar de man naast mij. Ook hij zit net als ik zenuwachtig met zijn been te wiebelen, grote zweetvlekken verschijnen onder zijn oksels en af en toe kijkt hij naar het bord of hij al aan de beurt is. Ik probeer al mijn moed bij elkaar te rapen om een gesprekje aan te gaan, maar ik krijg het niet voor elkaar. Die schuif ik maar af op de zenuwen voor het examen.
Drie kwartier later verlaat ik gefrustreerd het gebouw, gezakt. Op één vraag, het is toch niet te geloven! De buschauffeur kijkt me vrolijk aan als ik instap: “En, heb je het gehaald?” Ik lach even; “Helaas niet, op één vraag…” Ik zie de medelijdende blik in zijn ogen. “Oh wat kut!”
Als ik ga zitten hoor ik een vrolijke stem achter mij zeggen: “Niet getreurd! Ik heb ‘m al drie keer gedaan, en heb dat stomme ding nu pas gehaald. Je komt er wel!” Als ik achterom kijk zie ik een vrolijk meisje zitten, en voor ik het weet zitten we samen te klagen over dat dramatische theorie examen. Als we afscheid nemen op Utrecht Centraal om naar huis te gaan, realiseer ik me opeens dat ik (weliswaar niet uit mezelf, maar toch) het gewoon gedaan heb! Ik heb gepraat met iemand die ik niet ken. Toch nog een meevaller vandaag..