Nooit Meer Donker: een documentaire over donkerte

Arjan en Quinten zijn twee derdejaars Journalistiekstudenten en hebben in blok 1 van dit jaar de minor Journalistieke Documentaire maken gevolgd. Op de filmavond op de CHE waar de gemaakte docu’s getoond werden is de documentaire van Arjan en Quinten voor veel mensen erg indrukwekkend geweest. Ik vroeg ze naar hun documentaire over lichtvervuiling.

 

Waarom hebben jullie voor deze minor gekozen?

Q: “We hebben de eerste twee jaar journalistiek veel geleerd en ook breed geleerd. Theoretische vakken maar ook praktisch met podcasts en allerlei soorten artikelen, bezig zijn in een redactie. Ik had bedacht dat ik mij meer met documentaire bezig wil houden omdat ik daar na mijn studie ook mee bezig wil. Ik wil hiermee ook afstuderen. Ik dacht, ik ga deze 2 jaar in het teken zetten van documentaire.”

A: “Eigenlijk was het een minor portretdocumentaire. Ik ben meer geïnteresseerd in onderwerpen dan in mensen. Mensen hebben vaak ook mooie verhalen maar dat is niet wat mij trekt. Maatschappelijke problemen en onrechtwaardigheid trekken mij wel, dat vind ik belangrijker. Daar wil ik ook mee doorgaan en ik ben blij dat we dat uiteindelijk zo hebben kunnen doen.”

 

Hoe is het lessen volgen en de documentaire maken naast elkaar verlopen?

Q: “We hadden colleges van de audiovisuele docenten over cameratechniek en montage. Daarnaast hadden we hoorcolleges van documentairemakers uit het werkveld. Met elk een specialisatie en dat werd gekoppeld aan het proces van een documentaire. Eerst ging het over scenario, daarna over interview en later over montage etc. Dat was wel goed gedaan. Arjan en ik hadden vanaf het begin al een idee van wat we wilden maken.”

A: “We hebben al eerder les in montage gehad vanuit onze opleiding. Mensen die geen journalistiek studeren misten dat. Je hebt een hele rits aan vaardigheden nodig en heel veel kan je ook bij andere studies verzameld hebben, maar iets als monteren niet en dat kwam ook niet echt in de minor terug. Dat is ook logisch, iedereens kennis van het onderwerp ligt heel ver uit elkaar als je begint. En ondanks dat hebben die mensen wel indrukwekkende docu’s gemaakt. Maar aan de andere kant zag je ook wel het verschil tussen de journalistiekstudenten en wie dat niet zijn. Dat komt bijvoorbeeld door het afknippen van een scene, het luisteren naar geluid tussen shots. Dat zijn dingen die al hebt meegekregen en commentaar op hebt gehad en die anderen deden het voor de eerste keer.”

 

Hoe is het van basisidee naar concreet idee gegaan?

A: “Eigenlijk steel je heel veel ideeën. Dat doe je in de film en de journalistiek ook al, dus je komt heel veel coole dingen tegen. Ik heb twee dagen lang video’s op YouTube gekeken over filmen in het donker, Quinten heeft zich hiervoor bij de filmacademie ingeschreven. Dus Quinten heeft al veel ervaring met filmen en ik in wat zou je moeten doen in de nacht. Op basis daarvan zijn we ideeën voor scenes gaan bedenken van te voren denk je gewoon na over hoe je het wil filmen. Het is heel veel denken in beeldtaal.”

Q: “In de eerste instantie was het dan het idee om Kamiel Spoelstra als hoofdpersoon in de docu te verwerken. We wisten al dat we het over lichtvervuiling wilden gaan doen, maar dat moesten we nog in portretvorm gieten. We konden het over hem doen, aangezien hij gepassioneerd is over het onderwerp. Helaas is dat dat idee weggevallen, Kamiel had na een paar draaidagen geen tijd meer.

Gelukkig hadden we toen al een beetje contact met filosoof Govert Derix. We waren namelijk ook op zoek naar de filosofische waarde van de donkerte en de nacht. Als we meer lampen gaan gebruiken, wat raken we dan kwijt, aangezien we ook verblind raken aan het vele licht waar we gewend aan zijn. Dus met die filosoof hadden we het idee dat we de documentaire wat geslaagder konden maken. Toen het portretdocumentaireidee wegviel, Kamiel had niet zoveel tijd meer, hebben we er een derde persoon bijgehaald, namelijk een nachtfotograaf.  Zo had onze docu vorm gekregen: van een idee voor een portretdocumentaire naar een documentaire met drie verschillende mensen.”

 

Lukt het om de documentaire te verkopen?

A: “We zijn heel trots op wat we hebben gemaakt en hebben ook veel positieve reacties gekregen, maar ik had het inmiddels al wel graag verkocht gezien. We hebben nu nog een gesprek lopen met de organisatie Nacht van de Nacht en verder hebben we het nog naar een aantal andere organisaties toegestuurd en daar hopen we dat een van hen het wil hebben.”

Q: “Ruben, de tv-docent, stelde ook voor om het bij omroep Gelderland te pitchen om te kijken wat zij er van vinden omdat een aantal beelden in Gelderland opgenomen zijn. Op de Ginkelse Heide en in Bennekom. We kregen een mail terug dat ze het wel heel mooi gedraaid vonden, maar te weinig Gelders. Bij het verkopen is het belangrijk dat het ook bij de identiteit van het medium moet passen, de doelgroep en de waarden die ze uitdragen. Nu is onze grootste kans de Nacht van de Nacht, zij hebben er zeker interesse in, misschien willen ze zelfs dat we nog iets anders voor hun filmen. En omdat het bij Nacht van de Nacht een kans heeft willen we het ook bij andere proberen.”

A: “We zijn er ook trots op, en willen het aan veel mensen laten zien. We hebben geprobeerd om 2doc te bereiken, als je het op NPO 2 kan laten zien dat is gewoon insane! Ik bedoel, als twee miezerige studentjes een televisiedebuut maken. Dat zou geweldig zijn, maar aan de andere kant het is niet heel realistisch om te denken dat dat gaat gebeuren.”

 

Wat betekent licht en donker nu voor jullie?

A: “Ik hou zelf heel veel van donkerte. Ik maak elk jaar een wandeltocht door een natuurgebied in Europa. Elk jaar in een ander land. Eén van de mooiste momenten is dan ’s nachts voor je tent zitten. Het is overal donkerder dan in Nederland, dat komt in de documentaire ook terug. En dat merk je het meest als je in het buitenland buiten bent. Dat verschil is gigantisch groot. Je denkt dat je daar heel veel ziet van de sterrenhemel, maar je ziet hier juist heel weinig. Het verlichten van de nachtelijke hemel door de sterren, dat neemt wel een speciaal plekje in. En ik denk dat dat voor veel mensen zo zou zijn als ze de sterrenhemel zouden kunnen zien.”

Q: “Ik hou heel erg van het licht. Als fotograaf zijnde, en kijkend naar de wereld om me heen vind ik licht heel mooi. Reflecties die er zijn, lichtdoorvallen, schaduwen die daarbij komen kijken. Dus ik hou zeker van de dag. En de nacht waardeerde ik al, ik woon zelf op een rustig weggetje dat alleen maar grenst aan weilanden. Als je dan ’s avonds thuiskomt of laat nog een wandelingetje maakt merk je wel dat je in een donkere omgeving bent. Dat heb ik altijd wel gewaardeerd.”

De documentaire “Nooit Meer Donker” is te zien via deze link

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.