We gaan weer vol goede moed het nieuwe jaar in: je neemt je voor om dit jaar écht elke week naar de sportschool te gaan, om echt al je studiestof bij te houden, of om hardcore vegetariër te worden. Maar al gauw wordt het ‘blue monday’: zo rond de derde week van het nieuwe jaar lijkt bij iedereen de perfecte zeepbubbel van goede voornemens uit elkaar te spatten.
Doe iets
En voor je het weet ben ook jij weer terug bij af. Teleurgesteld en beschaamd over je eigen falen duik je in een hoekje en mompel je dat je nooit meer aan goede voornemens gaat doen. “Is er dan geen enkele hoop meer voor mij, miezerig mens?” hoor ik je denken. Jazeker, er is altijd hoop als je echt iets wilt veranderen. Maar niet in de vorm van goede voornemens zoals we dat nu doen. Ik las laatst ergens een tip van een psycholoog (of een of andere zweefteef, het verschil is soms lastig te zien) die ongeveer hierom ging:
Als het allemaal even niet lukt, bedenk dan dat het niet meteen perfect hoeft. Maar doe gewoon iets. Eerder opstaan? Kom niet meteen om zeven uur je nest uit, maar gewoon een kwartier eerder dan normaal. Is je kamer weer zo’n zooi? Maak je bureau of werkplek weer op orde, maar laat de rest nog even links liggen. Moet je meer bewegen? Pak dan vaker de fiets dan de auto.
Heuvels
Op het eerste gezicht dacht ik: wat een waardeloze psycholoog. Maar toen dacht ik terug aan al die momenten dat ik zelf ook toe dacht te zijn aan verandering, en na drie weken op een blauwe maandag weer terug kroop in mijn hoekje om te mopperen op goede voornemens. Het probleem? We proberen elk jaar weer massaal complete bergen te beklimmen, terwijl elke joepmeloen weet dat je moet beginnen bij een heuvel.
Grote veranderingen beginnen klein, alleen al door jezelf langzaam maar zeker te laten wennen aan je mooie nieuwe voornemens. Volgende week is het ‘blue monday’, dus zeg maar dag tegen je goede voornemens voor dit jaar. Maar als je nu alvast begint met babystapjes voor volgend jaar, ben je tegen 2021 misschien wel klaar voor dé grote veranderingen.